De plaats Schenkenschans behoorde lange tijd tot Nederland. Daarvoor noemde men het toenmalige eiland “Voshol” gelegen in het gebied van ’s Gravenwaard. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) kwam het in bezit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De vesting had een grote betekenis in het strategisch belangrijke gebied rond de splitsing van de rivieren Rijn en Waal en werd als ’toegangspoort’ tot de Republiek lange tijd als onneembaar gezien.
Begin 17e eeuw lag Lobith aan de Rijn. Hier stond een tolhuis, waar schippers tol betaalden. Maar de rivier was grillig en de Rijn verplaatste zich langzaam. Na een dijkdoorbraak in 1711 liep de Rijn niet meer langs Lobith, maar langs het 1 km zuidelijker gelegen dorp, het huidige Tolkamer. Voortaan werd in Tolkamer tol betaald.
De tolgaarder hengelde vanaf de kade het belastinggeld van de schippers naar zich toe. Later controleerden de douaniers de scheepsruimen op illegale handel van sigaretten, drank en zelfs personen. Dan zochten de opvarenden vertier aan wal. Ze deden inkopen in het dorpje en zochten gezelligheid in de cafés. Tolkamer werd een ontmoetingsplaats voor Europese schippersfamilies en telde op zeker moment maar liefst 13 cafés. Tolheffing was dus goed voor de lokale middenstand.
Sinds de afschaffing van de Europese binnengrenzen in 1993 varen schippers Tolkamer voorbij. Het douanekantoor uit 1905 is inmiddels omgebouwd tot hotel. Toeristen en dagjesmensen zorgen voor levendigheid aan wal als ze vanaf de Europakade het scheepvaartverkeer gadeslaan op de drukste waterweg van Europa.